GwH 3 oktober 2024, nr. 108/2024
De schuldenaar die aangifte van staking van betaling doet wordt geacht een (belanghebbende, uiteraard) derde te zijn t.o.v. het resulterende vonnis van faillietverklaring. In die zin beslecht de moist van 7 juni 2023 tot omzetting van Richtlijn (EU) 2019/1023 de discussie daaromtrent (XX.108, §2, in effective WER). De aldus failliet verklaarde schuldenaar kan, zoals elke andere belanghebbende derde, derdenverzet aantekenen tegen het vonnis. De schuldenaar die geen aangifte deed van staking van betaling en dus werd gedagvaard in faillissement is geen derde t.o.v. het resulterende vonnis van faillietverklaring. In geval van verstek kan hij verzet aantekenen tegen het vonnis.
Het vonnis van faillietverklaring wordt door de curator(en) binnen de vijf dagen na dagtekening bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad (XX.107 WER). Aan de gefailleerde wordt het vonnis van faillietverklaring in elk geval ook betekend door de curator(en) (XX.106 WER). Voor een gefailleerde die geen aangifte deed van staking van betaling, fungeert de betekening ook als startpunt van een termijn van vijftien dagen om verzet aan te tekenen (XX.108, §3, eerste zin WER). Dat is anders voor de gefailleerde die aangifte deed van staking van betaling – deze heeft vijftien dagen vanaf de bekendmaking van het vonnis van faillietverklaring in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad (XX.108, §3, derde zin WER) om derdenverzet aan te tekenen. Dat is (marginaal) in het nadeel van de gefailleerde die aangifte deed van staking van betaling.
Die toestand acht het Grondwettelijk Hof strijdig met het gelijkheidsbeginsel. In de woorden van het Hof (B.8) biedt de bekendmaking “(…) zowel wat betreft de effectieve kennisname als wat betreft de vermelding van de rechtsmiddelen en de nadere regels ervan, minder waarborgen” dan de betekening aan de gefailleerde. In tegenstelling tot het bekendgemaakte uittreksel bevat het exploot van betekening immers, onder andere, informatie over de rechtsmiddelen die ter beschikking staan van de gefailleerde.
Ingevolge het arrest heeft de gefailleerde, of hij aangifte van staking van betaling deed of niet, vijftien dagen vanaf de betekening van het vonnis van faillietverklaring om daartegen (derden)verzet, al naargelang het geval, aan te tekenen.